In Nederland wordt er steeds vaker gesproken over ‘Natuurinclusieve Kringlooplandbouw’. Deze specifieke term kom je in de internationale literatuur of verduurzamingsplannen van buitenlandse overheden niet of nauwelijks tegen. Als onderdeel van het project ‘DubbelDoel Natuurlijk’ is er een internationale inventarisatie uitgevoerd naar vergelijkbare concepten en terminologie in andere (Europese) landen. Ook is er onderzocht of er in het buitenland specifieke dierkenmerken en fokdoelen zijn opgesteld voor extensievere vormen van (melk)veehouderij systemen.
Eerst is er gekeken naar wat natuurinclusieve kringlooplandbouw precies inhoudt en over welke duurzame landbouwsystemen we in Nederland nog meer spreken. Veel van deze concepten hebben overeenkomsten als het gaat over de doelen of juist de maatregelen waarover zij spreken. Principes van biologische en agroecologische landbouw hebben de meeste overeenkomsten met natuurinclusieve kringlooplandbouw. Hoewel deze landbouwconcepten voor een groot deel dezelfde doelen voor ogen hebben, verschillen ze onderling van elkaar in de manier waarop deze doelen behaald worden.
Nederland
Nederland is een land met een hoge bevolkingsdichtheid, versplinterde natuurgebieden en een zeer innovatieve, intensieve landbouwsector. Om verduurzaming van de landbouw te bespoedigen in combinatie met natuurbehoud is een transitie nodig in de Nederlandse landbouw. Verschillende vormen van natuurinclusieve landbouw zijn mogelijk, passend in de bedrijfssituatie en omgeving met specifieke natuurlijke bronnen.
Frankrijk en Denemarken
De concepten biologische en agroecologische landbouw zijn gebruikt voor de internationale verkenning van fokdoelen en dierkenmerken. Twee Noordwest Europese landen zijn geselecteerd voor gedetailleerder onderzoek: Frankrijk en Denemarken. Deze landen hebben beide een hoger percentage biologisch melkvee dan Nederland en hebben agroecologie als een van de eerste Europese landen in hun landbouwbeleid geïmplementeerd. Terugkerende elementen in de gevonden literatuur waren het balanceren van verschillende dierkenmerken, fokken op weerstand tegen hittestress en de term robuustheid kwam vaak terug. Daarnaast kwam ook naar voren dat in deze landen ook wordt gesproken over de kwaliteiten van de lokale rassen. Hier wordt, net als de achterliggende gedachte van ‘Dubbeldoel Natuurlijk’, ook gesuggereerd dat de dieren robuuster zijn en beter passen binnen extensievere landbouwsystemen. Ook hier is de onderbouwing beperkt en zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar over de waarde van lokale rassen in de biologische of agroecologische landbouw.
Fokdoelen
Om fokdoelen op te stellen voor melkvee in de natuurinclusieve kringlooplandbouw zou het goed zijn om uitgebreidere informatie over dier- en bedrijfskenmerken te verzamelen. Hierbij is het ook relevant om te kijken naar de kwaliteiten van de lokale runderrassen, en de rol of toegevoegde waarde van deze rassen binnen natuurinclusieve kringlooplandbouw, of zelfs in bredere zin, in duurzame landbouwsystemen.
Er moeten een duidelijke definitie en meetbare indicatoren komen voor de betekenis van robuustheid in de context van natuurinclusieve kringlooplandbouw in de Nederlandse (melk)veehouderij. Verder kwamen onderwerpen als voer efficiëntie, gezondheid en levensduur aan bod. Tot slot zou het met het oog op klimaatverandering en extremere weersomstandigheden verstandig zijn om te onderzoeken of weerstand tegen hittestress een waardevolle toevoeging is bij het opstellen van het fokdoel voor melkvee in natuurinclusieve kringlooplandbouw.
Achtergrond
Deze samenvatting is geschreven door Ilse Smit, student Dierwetenschappen aan Wageningen University & Research, onder begeleiding van Mira Schoon, projectleider ‘DubbelDoel Natuurlijk’, Wageningen Livestock Research. Ilse heeft in het voorjaar van 2021 gewerkt aan haar thesis: A Comparison of European Sustainable Dairy Cattle Farming Concepts. Haar literatuuronderzoek was onderdeel van het ‘DubbelDoel Natuurlijk’ project: Fokdoelen en runderrassen voor natuurinclusieve kringlooplandbouw. Het doel van de thesis was om uit te zoeken of er in Europese literatuur informatie te vinden was wat bij kan dragen aan de ontwikkeling van fokdoelen voor melkvee in de Nederlandse natuurinclusieve kringlooplandbouw.